Nieuws
31 januari 2025
Handhaving op schijnzelfstandigheid – keuzevrijheid onder druk
De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen decennia sterk veranderd. Waar vaste contracten en fulltimebanen ooit de norm waren, zien we nu een groeiende groep zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Deze verschuiving heeft geleid tot meer flexibiliteit en keuzevrijheid voor werkenden. Maar het heeft ook de discussies over schijnzelfstandigheid en de bescherming van werknemers aangewakkerd.
De overheid is strenger gaan optreden tegen schijnzelfstandigheid, met als doel oneerlijke concurrentie en uitbuiting te voorkomen. Maar wat zijn de gevolgen van deze handhaving? Waarom wordt er zo makkelijk ingegrepen in de keuzevrijheid hoe je in Nederland je brood wilt verdienen?
Zzp’er wil autonomie en flexibiliteit
De zzp’er is niet meer weg te denken uit de Nederlandse economie. Voor veel mensen biedt het zzp-schap de mogelijkheid om zelfstandig te werken, eigen uren in te delen en opdrachten te kiezen die bij hen passen. Het is een manier van werken die past bij de moderne behoefte aan autonomie en flexibiliteit. Maar ook voor werkgevers zijn er voordelen. Zo biedt het de mogelijkheid om snel in te spelen op vraag en aanbod, zonder de verplichtingen die komen kijken bij vaste contracten.
Toch is het zzp-schap niet zonder uitdagingen. Een deel van de zelfstandigen werkt onder omstandigheden die lijken op een dienstverband, maar zonder de bijbehorende rechten en zekerheden. Dit fenomeen, bekend als schijnzelfstandigheid, heeft geleid tot kritiek en ingrijpen van de overheid.
Schijnzelfstandigheid – een legitieme zorg?
Schijnzelfstandigheid is een complex probleem. Aan de ene kant zijn er zzp’ers die heel bewust kiezen voor deze vorm van werken; het biedt meer vrijheid en mogelijkheden. Aan de andere kant zijn er gevallen waarin werkgevers misbruik maken van de zelfstandigenstatus; zo besparen ze kosten en omzeilen ze werknemersrechten. Dit kan leiden tot uitbuiting en oneerlijke concurrentie, waarbij bedrijven met vaste werknemers het onderspit delven.
De échte zzp’er is de dupe
De overheid heeft daarom maatregelen genomen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Denk aan de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) en de Wet Vbar (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden). Deze wetten maken echter geen onderscheid tussen échte zelfstandigen en schijnzelfstandigen. De focus van die wetten ligt namelijk op de opdracht en niet op de persoon die de opdracht uitvoert. Echte zelfstandigen worden daardoor onevenredig hard getroffen door deze maatregelen.
Keuzevrijheid onder druk
Voor veel zzp’ers voelt het alsof hun keuzevrijheid wordt ingeperkt. Zij hebben bewust gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap, vaak vanwege de flexibiliteit en autonomie die het biedt. Door strengere regels en handhaving lopen zij het risico gedwongen te worden terug te keren naar een traditioneel dienstverband; voor velen voelt dit als een stap terug. Het terugdringen van het aantal zzp’ers kan bovendien innovatie en ondernemerschap afremmen. Veel zzp’ers zijn juist succesvol omdat zij zich kunnen specialiseren en snel kunnen inspelen op veranderingen in de markt. Door hen te dwingen in een vast dienstverband te stappen, verdwijnt een deel van deze dynamiek.
Balans tussen bescherming en keuzevrijheid
De uitdaging voor de overheid is om een balans te vinden tussen het beschermen van werknemers en het behouden van keuzevrijheid. De misstanden worden nog steeds onvoldoende aangepakt en tegelijkertijd wordt de ruimte voor de bewuste keuze voor het zzp-schap verregaand beperkt. Waarom zijn er geen duidelijkere criteria voor wat wel en wat niet als schijnzelfstandigheid wordt gezien?
Ruimte voor zelfstandig ondernemerschap
Handhaving op schijnzelfstandigheid en het terugdringen van het aantal zzp’ers zijn ingrijpende maatregelen. Die mogen niet ten koste gaan van de keuzevrijheid van mensen om zelf te bepalen hoe zij hun brood verdienen. Een goed functionerende arbeidsmarkt biedt ruimte voor zowel vaste contracten als zelfstandig ondernemerschap. Zo heeft iedereen de mogelijkheid om te werken op een manier die bij hem of haar past. Het is aan de overheid om deze balans te bewaken. En om ervoor te zorgen dat de Nederlandse arbeidsmarkt voor iedereen toegankelijk en eerlijk blijft.