Organisatorisch verband: wat houdt dat eigenlijk in?

Laatste update 12 januari 2024 om 11:38

De term ‘organisatorisch verband’ wordt in verschillende zorgwetten genoemd. Maar wat houdt het eigenlijk in en hoe zit het precies? Kunnen zzp’ers onderdeel uitmaken van een organisatorisch verband en zo ja, wanneer is dit het geval? En welke gevolgen heeft dat? In dit artikel gaan we in op deze en andere relevante vragen.

Wat is ‘organisatorisch verband’

De term ‘organisatorisch verband’ vind je onder meer in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Daarin staat onder meer dat een (zorg)instelling een organisatorisch verband is. Maar wat betekent deze term nu eigenlijk? In de toelichting op deze wet staat dat er sprake is van een organisatorisch verband als twee of meer zorgverleners de zorg verlenen. Het maakt daarbij niet uit of deze zorgverleners werkzaam zijn in dienstverband of in opdracht.

Een voorbeeld: een huisarts met een huisartsassistente vormen een organisatorisch verband; zij verlenen allebei zorg. Een huisarts met een secretaresse vormen géén organisatorisch verband. Er is dan namelijk maar één zorgverlener, namelijk de huisarts.

Hoe werkt dat voor zzp’ers in de zorg?

Zzp’ers kunnen onderdeel uitmaken van een organisatorisch verband. Ze kunnen ook een organisatorisch verband vormen met bijvoorbeeld andere zzp’ers. Om te bepalen of dit het geval is, moet je eerst vaststellen op welke manier de zzp’er zorg verleent (Zvw-, Wlz- of andere zorg). Daarbij is het volgende onderscheid van belang:

1. Onderdeel van een instelling

Zzp’ers kunnen zorg verlenen in opdracht van een instelling. In dat geval maakt de zzp’er onderdeel uit van de instelling -> het organisatorisch verband. De juridische basis op grond waarvan de zorgverleners (waaronder zzp’ers) werkzaam zijn bij die instelling, is niet van belang voor het organisatorisch verband. De instelling moet in principe zelf voldoen aan de meeste verplichtingen op grond van relevante wet- en regelgeving zoals de Wkkgz.

Maak als zzp’er zelf ook schriftelijke afspraken met de instelling. Als zzp’er blijf je namelijk altijd zélf verantwoordelijk voor het voldoen aan de eisen van de Wkkgz. Bepaal dus voor jezelf wat je wilt regelen en wat je wilt overlaten aan de instelling waarvoor je werkt.

2. Solistisch werkende zorgverlener

Zzp’ers kunnen ook direct werkzaam zijn in opdracht van een cliënt. In dat geval is de zzp’er in principe een ‘solistisch werkende zorgverlener’ in de zin van de Wkkgz. De zzp’er moet dus zelf voldoen aan de verplichtingen uit de relevante wet- en regelgeving.

Maar hoe zit het dan met het organisatorisch verband? De zzp’er, als solistische werkende zorgverlener, vormt zélf dus geen organisatorisch verband. Het gaat immers om één (zelfstandige) zorgverlener. Maar een zzp’er kan wel een organisatorisch verband vormen met andere zzp’ers. Bijvoorbeeld als er sprake is van een samenwerking tussen hen.

Of er in dat kader echt sprake is van een organisatorisch verband, hangt af van een aantal zaken. Is de samenwerking gericht op de zorgverlening en zijn hierover onderlinge afspraken gemaakt? Dan kan er sprake zijn van een organisatorisch verband. Denk bij de afspraken bijvoorbeeld aan afspraken over de verdeling van de zorg en vervanging (bijvoorbeeld bij ziekte). Het is ook van belang op welke manier de zorg wordt gedeclareerd; gebeurt dit gezamenlijk of afzonderlijk.

Je hebt ook de situatie van een onderaannemer/hoofdaannemer-constructie; hierin is eerder sprake van een organisatorisch verband. Als een zzp’er andere zzp’ers inschakelt voor de zorgverlening, waarbij die zzp’er zelf declareert bij de cliënt, wordt de zorg verleend door twee of meer zorgverleners. Dit kan ook gelden bij een incidentele inschakeling.

Verplichtingen vanuit wet- en regelgeving

As er sprake is van (structurele) samenwerking tussen zzp’ers, gericht op de zorgverlening, kan er een organisatorisch verband ontstaan. Een organisatorisch verband moet dus voldoen aan verplichtingen uit relevante wet- en regelgeving. Zo zal er mogelijk een Wtza-toelating vereist zijn en zullen ook de verplichtingen uit de Wkkgz nageleefd moeten worden.

Wanneer daarnaast medisch specialistische zorg wordt verleend of Zvw- of Wlz-zorg wordt verleend met meer dan 10 zorgverleners, is met de inwerkingtreding van de Wtza mogelijk ook een vergunning vereist voor het organisatorisch verband. Overigens zal hier waarschijnlijk niet snel sprake van zijn bij de meeste zzp’ers.

Daarnaast moeten organisatorische verbanden c.q. instellingen zich op grond van de Wtza houden aan de ‘transparantie-eisen’ ten aanzien van de bestuursstructuur en bedrijfsvoering. Dit brengt met zich dat zij bijvoorbeeld in bepaalde gevallen een onafhankelijk toezichthoudend orgaan (zoals een Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen) moeten aanstellen. Deze verplichting geldt op basis van de Wtza in hoofdregel indien meer dan 10 zorgverleners de zorg verlenen. Indien het gaat om Zvw- of Wlz-zorg (zonder verblijf) en geen sprake is van medisch specialistische zorg of persoonlijke verzorging / verpleging / begeleiding, geldt de grens van meer dan 25 zorgverleners. Ook dient sprake te zijn van transparante bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld door het vastleggen van de manier waarop ze de zorg organiseren en een duidelijke financiële administratie.

Voor de organisatorische verbanden die bestaan uit 10 zzp’ers of minder zijn de regels waaraan ze moeten voldoen niet veel anders dan voor een solistisch werkende zorgverlener. Wel zijn er aanvullende eisen als er sprake is van incidenten of calamiteiten. De overige verplichtingen blijven grotendeels gelijk.

Conclusie

Om na te kunnen gaan of een zzp’er onderdeel uitmaakt van een organisatorisch verband, is de manier van zorg verlenen van belang. Als dit in opdracht van een instelling is, maakt de zzp’er waarschijnlijk onderdeel uit van een organisatorisch verband (de instelling). De meeste verplichtingen uit wet- en regelgeving liggen dan bij de instelling.

Als de zzp’er echter zorg verleent in opdracht van een cliënt, ligt dit anders. De zzp’er is in dat geval zelf geen organisatorisch verband. Toch kan de zzp’er ook in dat geval onderdeel uitmaken van een organisatorisch verband met bijvoorbeeld andere zzp’ers. Dit kan zo zijn als deze zzp’ers gezamenlijk afspraken maken over de zorgverlening aan de cliënt. Het is dus als zzp’er relevant om na te gaan of er op deze manier – misschien onbewust – sprake is van een organisatorisch verband. En zo ja, welke verplichtingen dan relevant zijn.

Deel dit bericht via:

SoloPartners

SoloPartners is dé brancheorganisatie voor zzp’ers in de zorg. Wij volgen de ontwikkelingen in de zorg en verspreiden actuele en begrijpelijke voorlichting en informatie aan onze leden en niet-leden. Het streven is om dé bron van informatie te zijn voor de zelfstandige zorgprofessional. Als lid van SoloPartners ondersteunen wij de zzp’er in de zorg in het voldoen aan wet- en regelgeving. Wil je weten hoe, lees dan verder.

Word direct lid Meer info

Sluit je aan bij meer dan 40.000 leden

Basispakket

75,-
per jaar
  • Erkende klachtenregeling
  • Certificaat
  • Gratis klachtenafhandeling
Kies dit pakket

Kwaliteitspakket

160,-
per jaar
  • Erkende klachtenregeling
  • Jaarlijks gratis VOG
  • Modelovereenkomsten
Kies dit pakket